“Rustig,” mompelde Clara, terwijl ze tegenover hem knielde. “Als hij vastzit aan iets scherps, willen we hem geen pijn doen.” Owen knarste met zijn tanden. “Ik weet het.” De modder verzette zich, zwaar en tegenstribbelend. “Het voelt alsof de grond vastgrijpt wat daar beneden is.”
“Misschien is het prikkeldraad,” bood Tom aan, hurkend naast hen. “Het kan vanaf het hek de heuvel op zijn gespoeld.” Het idee deed Owens maag draaien. De gedachte dat het dier daar al die tijd had gelegen, vastgehouden door een verroeste streng, liet zijn handen sneller werken, ook al probeerde hij voorzichtig te blijven.