Hond zit vast in modderpoel. Redder is verbijsterd als hij ziet wat er onder de hond verstopt zit

Hij probeerde niet aan de hond te denken. Maar elke bocht in de weg, elk stukje natte modder, trok zijn gedachten terug naar de hond. Hij zag hem nog steeds graven, met ruwe poten, blaffend in de regen. Hij had op zijn minst even moeten kijken. Een snelle stop, hooguit vijf minuten.

Toen hij de bocht weer bereikte, vertraagde hij instinctief. De lucht was iets lichter geworden, een zwak grijs na de storm. De glijbaan zag er nu anders uit; breder, gladder, de regen had de modder uitgespreid tot een stevige helling.