“Lucy zou niet zo weglopen,” snauwde de vriendin. “En jij? Jij hebt geen vrienden, dus verzin je verhaaltjes om aandacht te krijgen. Het is triest, echt waar.” Lukas’ hart zonk toen haar woorden dieper gingen dan hij had verwacht.
“Ik meen het,” fluisterde Lukas met trillende stem. “Ik wil helpen Lucy te vinden. Je gelooft me niet, maar ik weet wat ik zag.” Toch waren de minachtingen en het ongeloof luider dan zijn smeekbeden en de vriendin van het meisje schudde haar hoofd met een bitter lachje.