Het meisje veegde haar tranen af en sprak uiteindelijk, haar stem zacht. “Misschien heb je gelijk… maar het klinkt allemaal zo vreemd.” Onzekerheid bleef in haar ogen hangen en Lukas voelde een sprankje hoop, maar het was breekbaar en werd gemakkelijk overschaduwd door twijfel.
Toen de meisjes wegliepen, bleef Lukas weer alleen achter, opgeslokt door dezelfde eenzaamheid. Niemand op school zou hem geloven. Het gewicht van de stilte drukte op hem en hij begon zijn hersenen te pijnigen, wanhopig om erachter te komen wat hij nu moest doen om het mysterie zelf op te lossen.