Net toen Lukas het wilde opgeven, verscheen agent Jones. Hij kwam hem bekend voor – een broer van een klasgenoot van Lukas – en hij had Lukas al eerder op school gezien. “Vertel me alles,” zei Jones zachtjes, terwijl hij de wanhoop in Lukas’ ogen las.
Lukas vertelde over het hele vreemde ritueel, het geblaf en de roedel. Hij vertelde Jones zelfs over de poster van de vermiste hond en hoe niemand hem had geloofd. Jones luisterde, zijn uitdrukking veranderde van verwarring naar bezorgdheid.