Eerst bewoog er niets. Lukas veegde het zweet van zijn voorhoofd, bang dat agent Jones hem zou wegsturen zoals anderen. De angst knaagde aan hem, maar hij dwong zichzelf om rustig te blijven en elke schaduw in de gaten te houden. Toen, net toen de pauze begon, verscheen er een eenzame zwerfhond die zich doelgericht in de richting van de bomen bewoog.
De zwerfhond bleef staan bij de ingang van het bos, alsof hij wachtte. Geleidelijk kwamen er meer honden aan, die uitgroeiden tot een roedel van verschillende rassen en groottes. Lukas’ borstkas verstrakte. Agent Jones bestudeerde het tafereel, verbaasd. Veel honden droegen halsbanden – dit waren huisdieren, geen wilde zwervers. Waarom waren ze hier?