Agent Jones zette Lukas thuis af met een stille belofte. Toen de jongen veilig binnen was, keerde Jones alleen terug naar het bos, vastbesloten om het mysterie van de blaffende honden en de vreemde eik op te lossen. De nacht was gevallen en alleen het getoeter van uilen in de verte verduidelijkte de stilte.
Met een zaklamp in de hand cirkelde Jones rond de torenhoge eik. Op het eerste gezicht leek het gewoon een massieve, doodgewone boom met gorgelschors en uitpuilende wortels. Hij zocht zorgvuldig, inspecteerde de stam, scande de dikke takken en kronkelige wortels op zoek naar iets ongewoons dat het vreemde gedrag van de honden kon verklaren.