Jones stond op en schoof de droge bladeren voorzichtig opzij. Daaronder, verborgen tegen de massieve wortels van de boom, lag een luik. Zijn adem stokte. Dit was onverwacht, hij had zich nooit een luik aan de voet van de boom voorgesteld. Er viel een zware stilte om hem heen terwijl het bos zijn adem leek in te houden.
Hij onderzocht het luik en zag de verroeste klink en scharnieren. Het kostte moeite, maar met een stevige ruk kraakte het luik open en onthulde een steile trap die afdaalde in de duisternis beneden. Met bonzend hart greep Jones zijn zaklamp steviger vast en tuurde naar binnen, onzeker over wat hij zou aantreffen.