De eland bewoog niet, staarde hem alleen maar aan, zijn blik zwaar van pijn en stille wanhoop. Jacobs vingers werkten snel maar voorzichtig, terwijl ze het metaal van het gewonde vlees verwijderden. De diepe wonden die achterbleven deden zijn maag draaien, maar het ergste was tenminste voorbij. De val was weg.
Hij greep in zijn rugzak en haalde zijn verbanddoos tevoorschijn. Hij was geen dierenarts, maar hij had zijn moeder vaak genoeg gewonde dieren zien verzorgen om te weten wat hij moest doen. Voorzichtig maakte hij de wond schoon, huiverend toen de eland sidderde van de pijn, en wikkelde hem toen strak in met gaas.