Zijn ogen scanden de groep tot ze op de hare landden. Lisa kwam hem halverwege tegemoet en trok hem in een snelle, felle knuffel. “Ik ben zo blij dat je er bent,” zei ze, nauwelijks in staat om de woorden eruit te krijgen. Hij trok zich net genoeg terug om haar aan te kijken. “We vinden haar wel,” zei hij.
“We dwalen niet rond. We volgen. Adelaars nestelen op hoge kliffen, in oude bomen. Laten we ons daar op richten.” De groep sloot zich om hem heen terwijl hij duidelijke, kalme instructies gaf. Lisa voelde zich rustiger bij het horen van zijn stem. Met David als gids was dit geen giswerk meer. Het was een missie.