Coco werd haar houvast. In die eerste dagen, toen eenzaamheid als mist rondtrok, zat Coco naast haar. Als de nachten te lang duurden, wiegde Coco’s kleine adem Lisa in slaap. Ze was niet alleen een huisdier, ze was een balsem, een stille aanwezigheid die haar heel hield.
Twee jaar later was Coco uitgegroeid tot een levendig hondje, vol energie en nieuwsgierigheid. Ze heerste over het huis met vrolijk kattenkwaad, eiste elke zonnevlek in de tuin op en volgde Lisa van kamer naar kamer als een pluizige schaduw. Lisa noemde haar vaak “mijn hartslag op vier poten”