De vrouwelijke olifant kwam dichter bij de rand van de waterpoel en haar massieve slurf streek tegen Pauls arm. Haar aanraking, hoewel zacht, droeg een duidelijke boodschap uit: laat ons niet in de steek. Pauls borstkas verstrakte. Het gewicht van haar vertrouwen was overweldigend en hij voelde zich gevangen in een emotionele impasse.
“Ik kan niet alleen naar beneden,” mompelde Paul, zijn stem breekt terwijl hij voor de olifant knielt. “Maar ik zweer dat ik je niet achterlaat. Ik kom terug met hulp.” Zijn woorden voelden hol in het aangezicht van haar wanhoop, haar gepijnigde ademhaling die het stille regenwoud vulde.