Tom vloekte tegen de televisie. “Ze is niet aan het stalken! Ze verstopt zich voor jullie chaos!” Zijn telefoontjes naar de politie bleven onbeantwoord, zijn waarschuwingen werden afgewezen. Alleen in zijn appartement krabbelde hij op kaarten, markeerde waarnemingen als sterrenbeelden. Er ontstond een patroon: Sahara leek zich in een langzame, kronkelende lijn te verplaatsen in de richting van de diergeneeskundige vleugel van de dierentuin.
Ondertussen kamden agenten de industriegebieden uit waar de waarnemingen zich concentreerden. Een eigenaar van een pakhuis zwoer dat ze Sahara bovenop pallets zag zitten, starend naar het gloeiende neonbord aan de overkant van de straat. De agenten lachten en verwierpen haar verhaal. Tegen de tijd dat ze de moeite namen om te kijken, waren er alleen nog pootafdrukken over, diep in het stoffige beton gedrukt.