De autoriteiten verhoogden de inzet: een beloning van $10.000 voor tips die leidden tot de vangst. Plotseling werd iedereen een jager. De meldkamer werd overspoeld met telefoontjes, de meeste valse, waardoor de lijnen verstopt raakten. De chef mopperde: “In dit tempo lopen we dagen achter.” Maar Sahara glipte altijd weg, te snel voor kogels, te slim voor vallen, gedreven door iets diepers.
Tom volgde haar waarnemingen opnieuw op de kaart. De boog was onmiskenbaar: Sahara cirkelde terug, elke nacht dichterbij, haar baan dichter bij de dierentuin. “Ze is niet verdwaald,” mompelde hij. “Ze komt naar huis.” Maar de stad zag geen patronen. En elke barricade versmalde het pad naar een tragedie.