Sahara liet haar kop zakken, haar oren flitsten en haar spieren trilden als gespannen draden. Ze deed nog een stap naar voren, haar staart zwaaiend. Een geweer klikte hoorbaar. De menigte gilde. Tom hief zijn armen hoger, zijn borst kloppend. “Alsjeblieft, ze is geen monster. Geef haar een kans!” Zijn pleidooi weerklonk, rauw tegen het metaalachtige gebrom van wapens.
Toen gebeurde het: de zwakke, maar onmiskenbare roep van Myla vanuit de vleugel van de dierenarts. Een zachte, raspende kreun die alleen leeuwen tegen elkaar laten horen. Sahara bevroor, haar oren spitsten zich naar het geluid. Haar hele lichaam huiverde, verscheurd tussen angst voor de geweren en de aantrekkingskracht van bloed dat haar naar huis riep.