De foto van de bestuurder verscheen binnen enkele minuten op internet, een korrelig silhouet tegen een grijze lucht. Commentatoren ontleedden elke pixel: Zeker haar. Nep – te wazig. Toch was de angst echt. Ouders controleerden sloten twee keer en kinderen fluisterden leeuwenverhalen voor het slapen gaan. Elke schaduw leek levend, elk geritsel een roofdier dat zich in het volle zicht verborg.
De politie verdubbelde de patrouilles en zette barricades op in verdachte gebieden. “We zullen haar verdoven als dat mogelijk is,” verzekerde de chef verslaggevers. “Maar veiligheid komt op de eerste plaats.” Achter gesloten deuren gaven agenten toe dat geweren betrouwbaarder waren dan dartpistolen. Sahara’s lot werd al afgewogen – niet als een levend wezen, maar als een potentiële bedreiging.