“Ja,” zei Eli, zijn ogen niet van het veld afhoudend. Ze zuchtte en draaide zich terug naar de tuin. “Dan wordt het alleen maar erger.” Die middag haalde Eli twee extra stukken triplex uit de schuur en zette een provisorische wegwijzer op. Met dikke en natte rode verf schreef hij in grote blokletters: “PRIVÉTERREIN – NIET PARKEREN, GEWASSEN IN DE GROND – NIET BETREDEN”
Hij zette er een op de hoek bij de hoofdweg en de andere verder naar beneden bij het hek aan de achterkant. Het was niet elegant, maar het maakte zijn boodschap duidelijk. Zondagochtend waren de borden omvergeworpen. Eén lag met het gezicht naar beneden in de modder, het andere was op zijn kant geschopt als afval.