Een boer was het illegaal parkeren op zijn land zat – zijn wraak was episch

Eli zei niets. Hij bukte zich en liet nog een handvol zaad in de verse aarde vallen. “Neem me niet kwalijk!” schreeuwde de vrouw. “Je hebt mijn auto klemgereden!” Eli ging rechtop staan, stofte zijn handen af en keek haar aan. “Nee, mevrouw. Ik heb mijn gewas geplant.”

“Niet bijdehand doen. Dit is illegaal!” “Dit is mijn land,” zei hij gelijkmatig. “En het is plantseizoen.” Ze wees wild. “Je hebt een gracht rond mijn auto gebouwd!” “Nee, mevrouw,” zei hij opnieuw. “Dat heet een groef. En over ongeveer een week is het maïs.”