Claire’s telefoon zoemde nu constant. Soms glipte ze naar buiten om op te nemen, ijsberend in het donker. Door het raam keek Daniel naar haar silhouetten in het licht van de veranda, geanimeerd gebarend. Hij stelde zich voor hoe ze tegen een minnaar fluisterde, ontmoetingen regelde. Zijn borstkas verkrampte bij elk gedempt woord, hoewel hij er geen enkele kon horen.
Hoe meer hij observeerde, hoe duidelijker het beeld werd. Elke lach, elk stiltelefoontje, elke onverklaarbare reis leidde tot één vernietigende conclusie. Daniel begon confrontaties in de spiegel te oefenen, woorden scherp en definitief. Toch haperde hij steeds, omdat de testresultaten nog niet binnen waren en twijfel nog steeds om bewijs vroeg.