Daniel klapte onhandig, schudde handen, forceerde een glimlach. Gasten feliciteerden hem, toostten op hem, lachten in vrolijke onwetendheid. Van binnen voelde hij zijn borstkas instorten. Elke verdenking, elke beschuldiging die hij had geuit, weerklonk nu luider dan de muziek. Het feest was geen bewijs van Claire’s verraad. Het was het bewijs van zijn eigen verraad.
Toen de toespraken begonnen, dreef Daniel naar de randen, zijn gezicht pijnlijk van het valse lachen. Claire stond aan de andere kant van de zaal, omringd door vrienden, en lachte veel te hard. Hij verlangde ernaar de vloer over te steken, het uit te leggen, om vergeving te smeken. Maar zijn trots hield hem op de been, zijn schuldgevoel zwol met elke juichstemming aan.