Deze stille, woordeloze uitwisseling trok haar naar zich toe, een mengeling van empathie en nieuwsgierigheid hield haar dicht bij zich. Toen Hazel de tent naderde, zag ze tekenen van een overhaaste uitgang: de ingang was scheef, de stof gescheurd en de ritsen zaten niet op hun plaats.
Deze aanwijzingen suggereerden dat er iets dringends en beangstigends was gebeurd, wat haar verbeelding aanwakkerde en haar bezorgdheid verdiepte. In de tent vond Hazel een klein medaillon met een familiefoto en een camera met een bijna volle geheugenkaart. Deze persoonlijke voorwerpen vertelden een verhaal van levens die ooit verweven waren met deze plek en trokken Hazel dieper het mysterie van het bos in.