Toen ze uit de tent kwam, speurde ze de schaduwen af naar de welp, maar ze zag een paar reflecterende ogen die haar in de gaten hielden. Hazel dacht dat haar tocht door het dichte woud een solomissie was, maar het gevoel bekeken te worden veranderde alles.
Verborgen ogen loerden tussen het gebladerte en haar hart ging tekeer toen ze zich realiseerde dat ze niet alleen was. Het mes dat ze eerder had gezien leek nu een cruciaal beschermingsmiddel.