Uit de schaduwen doemde de moederbeer op, haar massieve vorm kwam tevoorschijn met een wreedheid die een rilling door Hazels ruggengraat stuurde. De beer gromde laag en dreigend, trillend van oerwoede terwijl ze op de reiziger afging.
Zijn zelfvertrouwen verdampte in een oogwenk, vervangen door rauwe terreur toen de realiteit van zijn situatie doordrong. Zonder een woord te zeggen liet hij de steen vallen en draaide zich om, hij sprintte de duisternis in met elke stap in paniek.