Onder de figuren herkende Samantha de reiziger uit het dagboek. Zijn gelaatstrekken waren getekend door de ruwheid van het wild en een frustratie die van hem af leek te stralen. Vlak achter hem kwamen zijn handlangers tevoorschijn, uitgerust met netten en het gereedschap van hun vak.
De stem die de stilte verbrak was doorspekt met spot, een opzettelijke provocatie terwijl zijn blik zich op de hare richtte. Samantha’s greep op het mes verstrakte, het koude metaal herinnerde haar eraan hoe kwetsbaar ze was en hoe klein haar kansen waren. Op dat moment was het wapen zowel een reddingslijn als een symbool van de gevaren die op haar lagen te wachten.