De mannen aarzelden nauwelijks voordat ze Daniel opzij schoven en naar de achteringang renden. Ze raakten meteen in paniek, hun instinct om te vluchten overstemde elk gevecht dat ze nog hadden. Daniel strompelde achteruit, hijgde terwijl ze renden. Maar ze kwamen niet ver. De deuren van de schuur barstten open en de ruimte werd overspoeld met verblindend licht.
Gewapende agenten stormden naar binnen, wapens getrokken. “Op de grond! Handen waar we ze kunnen zien!” De kortere man kwam tot stilstand, op zoek naar een uitweg, maar die was er niet. De langere hief zijn handen op en fronste zijn wenkbrauwen. De kortere probeerde te vluchten, tot een agent hem op de grond tackelde.