Zijn ogen schoten rond op de kleine open plek, op zoek naar aanwijzingen. Toen zag hij het: een rugzak, half begraven onder een laag vochtige bladeren. Zijn hartslag sprong op, misschien was het wel van de eigenaar. Moeizaam slikkend stapte hij erop af, zijn lichaam gespannen.
Daniel aarzelde voordat hij naast de rugzak hurkte. De stof was versleten, de rits half open. Hij rukte hem open en ontdekte een kleine zaklamp en een opgevouwen landkaart. Zijn vingers gingen er tegenaan, op zoek naar identificatie. De tas was vochtig en stijf, en er zaten donkere vlekken op de riem.