Magnolia hield ze in de gaten. Trevor begon dingen op te merken die hem verontrustten. Hij zwoer dat haar ogen hem volgden, zelfs als hij aan de overkant van de straat was. Een andere keer ving hij om middernacht een vaag gebrom uit haar raam op, laag en opzettelijk, als een slaapliedje dat helemaal niet teder was. Hij sliep slecht.
De capriolen van de groep namen toe met de verveling. Ze vingen een zwerfkat, lachten nerveus en dreigden hem over Magnolia’s hek te gooien. Een van de kleinere jongens weigerde, ontzet. Connor spotte met zijn zwakte. Maar toen hun hoongelach luider werd, ging het licht van Magnolia’s veranda aan. Ze verspreidden zich onmiddellijk en lieten het touw en het arme dier achter.