Bij Magnolia begon het klein: een blikje frisdrank dat in haar rozenstruiken werd gegooid, waarbij het gelach weerklonk toen de bloemblaadjes verkruimelden. Toen kwamen er luidere beschimpingen: “Hé, oma, zullen we je gras maaien?” De grappen escaleerden tot het ’s nachts stampen in haar tuin, waardoor een rij tulpen die ze jarenlang had gekoesterd werd verpletterd. Bij elke daad werden zelfs haar buren boos op haar.
Hoewel ze Magnolia’s geduld op de proef stelden, nam ze het op de koop toe. Ze schreef brieven naar de school in keurig cursief, bood de jongens cupcakes aan die ze bakte voor de jaarlijkse kermis en leerde zelfs twee van hun namen – Trevor en Malik. In ruil daarvoor staken ze de draak met haar oude vormeloze tuinmuts en noemden ze haar onbeschoft.