“Waarom zegt ze dat niet tegen hen?” fluisterde mevrouw Phelps van hiernaast. “Ik zou hun ouders bellen en ze op hun donder geven.” Maar de oude Mag bleef haar bloemen water geven en onder haar adem neuriën. De overvloed van haar goede aard was ondoorgrondelijk. Het was alsof ze helemaal blind was voor wat ze aan het doen waren.
En dat ontnam hen een beetje de kick van hun daden. Telkens als ze haar zagen, gedroegen ze zich extra onstuimig. Voor hen leek het alsof ze hun acties negeerde. Maar terwijl ze neuriede, glimlachte en vriendelijke woorden sprak, misten haar scherpe ogen niets.