De kerk, aan de andere kant, werd geconfronteerd met een afrekening. De gemeente, geïnspireerd door Helens moed en integriteit, eiste verantwoording en transparantie van hun leider.
De pastor, ontmaskerd vanwege zijn hebzucht en oneerlijkheid, werd uiteindelijk uit zijn functie ontheven. De kerk onderging een periode van introspectie en transformatie en keerde terug naar haar wortels van compassie, dienstbaarheid en waarachtig spiritueel leiderschap.