Dat was het moment dat hij wist dat hij niet alleen zijn moeder miste. Hij was samen met haar aan het verdwijnen. Lucas vond zijn vader in de garage, staand boven de werkbank, een moersleutel in één hand en een stille blik op niets gericht. Er was geen project, geen echte reden om daar te zijn. Gewoon een man die zich in het volle zicht verborg, het gezoem van de gloeilamp vulde de stilte.
“Ik moet je iets vragen,” zei Lucas terwijl hij naar binnen stapte. Zijn stem weerklonk tegen de muren die vol stonden met oude verfblikken en vergeten gereedschap. “Was mam belangrijk voor je? Of was ze gewoon… tijdelijk?” Zijn vaders schouders verstijfden, maar hij draaide zich niet om. “Waar komt dit vandaan?” Lucas haalde adem.