Het was de vrouw. Ze keerde terug naar haar stoel en meteen viel haar blik op de kleurboeken die nu voor de jongen lagen. Ze fronste haar wenkbrauwen en bekeek ze aandachtig om te zien wat er aan de hand was. Ze keek van de kleurboeken naar de jongen en toen viel haar blik op Carole, die niet al te ver weg stond.
Carole slaakte een zucht en realiseerde zich dat haar plan niet had gewerkt. Ze had gehoopt dat het kleurboek zou helpen om het vertrouwen van de jongen te winnen, maar hij had haar aanwezigheid niet eens erkend. Nu staarde deze vrouw haar aan alsof ze iets verkeerd had gedaan, terwijl ze alleen maar wilde helpen. Carole voelde zich plotseling erg ongemakkelijk onder de doordringende blik van deze vrouw. Ze moest daar weg.