Maar waar kon ze beginnen? Wat kon ze doen en zou iemand haar geloven? Carole staarde naar de jongen en probeerde te bedenken hoe ze het beste met de situatie om kon gaan. “Wat is er aan de hand, Carole?” vroeg een collega plotseling. Het was bijna alsof ze Carole’s gedachten kon lezen. “Je lijkt een beetje afwezig vandaag,” merkte ze op, waardoor Carole verrast werd.
Met een zware zucht gaf Carole toe: “Er is iets dat ik moet delen.” Ze legde haar zorgen uit aan Joanne, haar collega, en vertelde alles over de ongewone handtekeningen die de jongen maakte, zijn bange en verwarde houding, vooral als de vrouw niet in de buurt was, en zelfs haar eigen verhaal van toen ze jong was en niemand haar hulpsignaal opmerkte.