“Zie je?” “Ik zei toch dat er iets niet klopte,” zei Carole snel, haar stem laag maar dringend. Joanne, nu volledig aan boord, antwoordde net zo snel: “Ik snap het nu. Laten we hem gaan helpen.” Er was geen tijd voor een lange discussie; hun prioriteit was duidelijk. Carole en Joanne aarzelden niet en haastten zich om te kijken wat er aan de hand was, hun eerdere zorgen leken nu heel reëel.
Ze vonden de jongen die hard probeerde los te komen van de vrouw die hem vasthield. “Laat hem gaan!” Riep Carole, haar stem sterk en duidelijk in de drukke cabine. De vrouw was verbaasd en keek Carole aan met een verbaasd gezicht. “Hij is gewoon geschrokken van het gebrul van de motor,” probeerde ze uit te leggen, haar stem een mengeling van defensiviteit en bezorgdheid. Maar Carole’s instinct schreeuwde iets anders; de woorden van de vrouw klopten gewoon niet bij haar.