Sandra naderde hen met weloverwogen stappen en begon: “Neem me niet kwalijk.” Haar stem, zacht maar vastberaden, trok hun aandacht. De man draaide zijn hoofd om met een verbaasde blik op zijn gezicht, terwijl de vrouw Sandra met voorzichtige belangstelling bekeek. Sandra haalde diep adem en vervolgde: “Ik ben jullie allebei mijn excuses verschuldigd.”
Haar oprechtheid klonk door in haar woorden toen ze bekende: “Ik heb mijn oordeel laten vertroebelen door mijn eigen angsten. Ik heb jullie gebaren verkeerd geïnterpreteerd en dat spijt me oprecht.” Ze pauzeerde, hopend op vergeving ondanks haar eerdere misstap. Het gewicht van haar woorden hing in de lucht, een bewijs van haar oprechte berouw.