Een enkele metalen kreun sidderde door de kamer, lang, laag, als de vereffening van oude scharnieren of iets zwaars dat aan de andere kant van de deur schraapte. Dat was genoeg. Megan pakte zijn arm. “Dat maken we niet open. Dat doen we niet. Dit is geen schatmuur. Dit is geen vergeten kelder. Er klopt hier iets niet. We moeten iemand bellen.”
Daniel ademde hard uit, adrenaline strijdend met rationele gedachten. “Ja. Oké. Ja.” Ze klauterden de ladder op en kwamen in de woonkamer terecht alsof ze van een zinkend schip waren ontsnapt. Daniel duwde de ladder weg van de opening en legde een triplex plank over het gat, gewoon om zich veiliger te voelen. Megans handen trilden toen ze 911 belde.