“Voorzichtig openen…” Toen niets. Een stilte zo dicht dat het levend aanvoelde. Daniel hield zijn adem in. Megan voelde haar hartslag in haar keel. En toen. Een verstikte zucht. “Oh mijn God-” blèrde een agent, die achteruit strompelde. “Wat is dat?” Een andere stem volgde, lager, geschokt. “Meneer… u moet dit zien. Nu.” Zaklampen verschoven. Laarzen schraapten. Iemand vloekte onder zijn adem.
Halpern stapte naar voren, zijn stem gespannen van ongeloof. “…Het is een kweeklab,” zei hij uiteindelijk. “Paddenstoelen. Verschillende soorten.” Een tel. Te lang. Te gespannen. “Sommige zijn medicinaal,” vervolgde hij langzaam. “Sommige zijn… psychedelisch.” Een tweede agent voegde eraan toe, stem aarzelend: “Er zijn er… heel veel. Christus. Het is alsof ze de hele kamer hebben overgenomen.”