Plotseling sloeg er een kracht in zijn zij. Daniel had geen tijd om te reageren voordat hij van de grond werd gerukt en zijwaarts in de richting van de bomen werd gesleurd. De wereld kantelde, zijn zicht tolde, het gebrul van de lawine was oorverdovend. Zijn schouder knalde tegen iets stevigs: een rots, een boom, hij wist het niet zeker.
Toen de wereld eindelijk tot rust kwam, kon hij alleen nog zijn eigen adem horen. De lawine was voorbij. En Shadow stond over hem heen. Daniel hijgde, zijn lichaam deed pijn. Zijn handen klauwden naar de sneeuw, met moeite duwde hij zichzelf overeind. Shadow stond stil naast hem, zijn adem zichtbaar in de koude lucht.