Detective Marshall luisterde aandachtig, zijn ogen gericht en serieus terwijl hij af en toe aantekeningen maakte in een klein notitieboekje. De uitdrukking van de rechercheur bleef neutraal en verraadde niets terwijl Jacob sprak. Toen Jacob eindelijk klaar was met zijn verhaal, leunde rechercheur Marshall achterover in zijn stoel, zijn blik gericht op Jacob alsof hij probeerde zijn oprechtheid te peilen.
De kamer was vol van het gewicht van de detective’s onderzoek. “Dus je had geen idee wie ze was op dat moment?” Vroeg Marshall, zijn toon zorgvuldig afgemeten, terwijl hij opheldering zocht over het belangrijkste punt van het onderzoek. “Geen enkel,” antwoordde Jacob, terwijl hij krachtig zijn hoofd schudde.