Het was ver na middernacht toen Jacob eindelijk terugkeerde naar zijn huis, het gewicht van de gebeurtenissen van de dag drukte zwaar op hem. Zijn zenuwen waren gespannen en zijn gedachten waren een warboel van angst en verwarring. De straten van Rosewood, normaal gesproken bruisend van het rustige gezoem van nachtelijke activiteit, waren nu gehuld in een angstaanjagende stilte.
De gebruikelijke geluiden van gesprekken in de verte of af en toe een passerende auto waren opvallend afwezig, vervangen door een diepe, verontrustende stilte die in de lucht leek te hangen. Toen hij zijn oprit opreed en de auto parkeerde, was Jacobs geest een werveling van rusteloze gedachten.