Hij opende de autodeur en pakte voorzichtig het papier van de plek waar het lag. Het papier was een beetje verfrommeld en hij voelde het ruisen toen hij het openvouwde. Hij ging er voorzichtig mee om, alsof hij iets belangrijks of delicaats kon onthullen.
Het zwakke licht van de straatlantaarns wierp een zachte gloed, die het papier net genoeg verlichtte om het te kunnen lezen. Jacob’s hart ging tekeer van verwachting, zich afvragend of dit een aanwijzing kon zijn of een gemist detail met betrekking tot Lena of de gebeurtenissen van de dag.