Ethan haastte zich door de gang naar kamer 314, boeket in de hand. Hij kon nog steeds haar vermoeide glimlach zien en het eerste kleine huiltje van hun baby horen. Antiseptica hing in de lucht, maar desondanks straalde zijn vreugde – hij kwam thuis bij zijn familie en ging het met hen vieren.
De deur stond op een kier. Binnen wachtte hem een verfomfaaid bed, een donkere monitor en een ongebruikt infuus. Het wiegje was ook leeg. Geen zachte ademhaling van een pasgeborene. Alleen het gordijn dat zachtjes wapperde in de stille, muffe kamer.
“Misschien een controle?” mompelde hij verward en stapte de gang in. Een verpleegster haastte zich door de gang, wierp een blik op de lege kamer en toen op hem, haar uitdrukking verstrakkend van bezorgdheid. Ethans polsslag bonkte op onverklaarbare wijze. Hij wist dat wat ze ook zou gaan zeggen niet eenvoudig zou zijn, en het zou geen goed nieuws zijn..