Uitgeput zakte Maggie in Daniels oude leunstoel, met de map op haar schoot. Ze sloot haar ogen, verscheurd tussen angst en broze hoop. Wat als hij haar had verraden? Wat als hij dat niet had gedaan? Er bleef maar één weg over: zijn instructies volgen, waar ze ook heen leidden. Morgen zou ze de waarheid onder ogen zien.
Het ochtendlicht viel over de oprit terwijl Maggie de kluissleutel vasthield. De stad leek onveranderd, maar toch voelde ze zich door een andere wereld bewegen – een wereld die Daniel in stilte had opgebouwd. Elke stap in de richting van de bank deed de angst in haar borstkas toenemen.