Tegen het einde van de week won de nieuwsgierigheid het van de angst. Maggie stopte de sleutel in haar handtas, trok haar jas aan en fluisterde een belofte naar Daniels foto op de schoorsteenmantel. “Als dit jouw puzzel is,” mompelde ze, “dan los ik hem op. Zelfs als ik het antwoord niet leuk vind.”
De volgende ochtend droeg Maggie de koperen sleutel naar de stad. Ze stopte bij de bank die Daniel altijd gebruikte, haar hart ging tekeer toen ze de zware glazen deur opende. De lobby voelde kouder aan dan normaal, het soort plek waar antwoorden fluisterden maar zelden troostten.