Haar gedachten bleven hangen bij de aard van het menselijk gedrag, de schijnbaar aangeboren neiging om mensen in nood over het hoofd te zien ondanks hun nabijheid. Ze dacht aan het omstandereffect dat eerder had geheerst, hoe iedereen onbewust op anderen had vertrouwd om actie te ondernemen en hoe deze collectieve traagheid Joe bijna zijn kans op tijdige hulp had gekost.
Terwijl ze liep, dacht Sophia ook na over de buitengewone impact van een enkele daad van vriendelijkheid. Haar eigen beslissing om in te grijpen, ondanks de aarzeling en de uitdagingen van haar dag, was gedreven door een diepgeworteld medeleven en een toewijding om een verschil te maken.