Het was niet alleen het schoppen. Het was wat het vertegenwoordigde. Dit had zijn tijd moeten zijn. Zijn beloning voor het overleven van de wrede vergaderingen met klanten, de afschuwelijke hotelmatrassen, de afhaalmaaltijden in papieren dozen die stonken naar printertoner.
Hij had dit stukje rust voor zichzelf uitgesneden. Hij had ervoor betaald, letterlijk. En nu… dit. Een zesjarige met rotsvoeten en een moeder die niet eens de moeite kon nemen om op te kijken. Hij verschoof in zijn stoel en wierp nog een blik achterom.