Haar gezicht vertoonde lichte verbazing, snel gevolgd door irritatie. Ze trok een oortelefoon uit en hield haar hoofd schuin. “Het spijt me, wat?” Vroeg de moeder, terwijl ze met een lichte huivering een oortelefoon uittrok, alsof Daniels stem haar fysiek had gestoord.
Daniel forceerde een geduldige toon. “Uw zoon blijft tegen de rugleuning van mijn stoel schoppen. Ik heb hem gevraagd te stoppen, maar dat doet hij niet. Ik zou het erg op prijs stellen als u even ingreep.” Ze draaide zich lui om, wierp een blik op haar zoon en toen weer op Daniel. Haar uitdrukking vervlakte tot iets afstandelijks, ingestudeerd, alsof ze al eerder klachten had behandeld en een script klaar had liggen.