Haar handen klemden zich langs haar zij. “Ik weet hoe het klinkt,” fluisterde ze. “Maar ik vertel de waarheid. Alsjeblieft. Ik heb boodschappen. Namen. Het ziekenhuis zal gegevens hebben. Kijk gewoon.” Haar keel verstrakte. “Ik ben alles kwijt. Mijn carrière. Mijn gezondheid. En hij verdween gewoon.”
Haar stem brak. De tranen kwamen snel, heet, boos, vernederend. Ze draaide zich een beetje om, veegde haar wang af, en had nu al spijt dat ze naar binnen was gelopen. Vanuit een nabijgelegen kantoor klonk een lage, ferme stem door de kamer. “Zo is het genoeg.”