“De kitten van mijn dochter is gisteravond verdwenen. Verdwenen. Het ene moment speelde ze op de patio, het volgende moment… niets.” Lisa’s handen balden zich. “Precies zoals Nina.” De man knikte langzaam, “Ja en vanmorgen ging ik naar buiten en zag iets vreemds. Sporen. Geen hondensporen.
Iets groots. Groot en stil.” Hij overhandigde haar zijn telefoon. Een foto gloeide op op het scherm. Het toonde een modderig stukje gras, en daarbinnen een grote afdruk. Breed. Diep. Groter dan een mannenhand. Lisa staarde ernaar. “Dat is geen hond,” fluisterde ze.