De leeuw volgde hem, langzaam en voorzichtig, het hol verlatend. Lisa kwam dichterbij, ademde oppervlakkig. Nina lag opgekruld bij het andere kitten, wijd opengesperd maar onbeweeglijk. Nog vijf stappen. Nog drie. Ze bereikte hen. Lisa nam beide kittens in haar armen, hield ze stevig tegen haar borst, haar eigen hartslag trommelend tegen hun kleine ribben.
Ze keek omhoog. De leeuw was Caleb nu voorbij de richel gevolgd, uit het zicht, maar niet ver genoeg. Geen tijd meer. Lisa rende. Takken klauwden aan haar mouwen. Bramen sneden over haar benen. Het bos wazig om haar heen als ze er doorheen scheurde, longen brandend, de kittens dicht tegen haar borst als breekbaar glas.